Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Militaire Ambtenarenwet 1931 (Wet militair tuchtrecht)

 

Wet van 29 augustus 1991, houdende wijziging van de Militaire Ambtenarenwet 1931 (Stb. 519) en van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen (Stb. 1971, 231) in verband met Herziening van het militair tuchtrecht (Wet militair tuchtrecht)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de invoering van de Wet militair tuchtrecht wenselijk is de Militaire Ambtenarenwet 1931 en de Wet rechtstoestand dienstplichtigen te wijzigen:
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ingevolge artikel 71 van de Wet op de Krijgstucht (1903, Stb. 112) aanhangige zaken worden met toepassing van de bij of krachtens de Wet op de krijgstucht gegeven regelen behandeld en afgedaan.

Artikel IV
Deze wet treedt in werking één dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1991.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 29 augustus 1991
Beatrix
De Minister van Defensie,
a
L. ter Beek
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de derde oktober 1991
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin